Muurresten in de Walstraat in Ravenstein

Net op tijd!

In het oude vestingstadje Ravenstein werd, in 2019-2020, op verschillende plaatsen gewerkt aan het waterleidingnet. Op 15 april 2020 lag een deel van de Kolonel Wilsstraat en de Walstraat open. Er waren baksteen muren te zien. De opgetrommelde werkgroep archeologie van de heemkundekring (AWR) heeft vroeg in de avond de muurresten verder vrijgelegd om ze eens goed te bekijken. Het was een hele dikke muur die duidelijk doorliep onder het hoekpand. Een deel was te zien in de straat en een ander deel in een kleine put in de stoep. Genoeg redenen om de gemeentearcheoloog van Oss, mevr. Peeters, in te schakelen. De volgende ochtendvroeg bleek de kuil alweer bijna dichtgegooid te zijn. Gelukkig was er meteen een archeoloog van BAAC, Ingrid Cleijne, beschikbaar om een onderzoekje in te stellen en de lokatie is ingemeten.

Joost Vlemmix van AWR legt muurresten verder bloot. Rechts het sleufje waarin te zien is dat de muur doorloopt onder het hoekpand.

rechts is de aanzet tot de knik in de muur te zien.

Sleutelgat

Bij zo'n kleine put is het net als door een sleutelgat kijken, het zicht is beperkt. De sleufjes waren maar 70 cm breed. Toch wisten de leden van de archeologische werkgroep meteen dat dit een muur is, die op de kaart van Merian uit ca.1640 voorkomt en aansluit op de eerste middeleeuwse ommuring van de stad. Deze muur was nog niet eerder aangetroffen en de functie is speculatief. De afstand tussen de eerste ommuring en de aangetroffen muurresten is 45 mtr. Dat is veel breder dan de middeleeuwse gracht zal zijn geweest. Mogelijk is deze muur niet altijd zo lang geweest. Precies op de rand van de sleuf maakt de muur een knik naar het zuiden. Dit staat niet op de kaart van Merian, maar is wel logisch. Een muur van een dergelijke lengte is veel steviger wanneer er een knik in zit.

De gevonden sporen (rood) in de kleine en grote sleuf.

Wel gezien, niet gemeld

De muur heeft een dikte van 2.40 mtr., dat is fors. In de knik is de muur gescheurd, door zetting of sloop. De waterleiding is er dwars doorheen aangelegd. De muur moet dus ooit gezien zijn, maar is nooit gemeld, voor zover we weten. De huidige bovenkant is niet de oorspronkelijke. De muur was opgetrokken uit gebroken bakstenen, mogelijk hergebruikte. De maten van de bakstenen waren 12,5/13 cm breed en 5,5/6 cm dik. Een muur van een dergelijke dikte moet bij de vestingwerken gehoord hebben. De dubbele lijn op de kaart van Merian (onder) verbindt de twee vestingsystemen (middeleeuwse ommuring en de latere vesting) met elkaar. De muur (rode lijn) zou dan 48 mtr. lang zijn.

De kaart van Merian uit 1640 met in rood de gevonden muur zonder knik

Meerdere interpretaties

Er zijn meerdere interpretaties mogelijk.

  • Optie 1: De muur is een gemetselde beer of dam tussen gracht en Maas, eventueel met een inlaat. De muur zou dan dateren tussen ca.1380 en ca.1520. Door de bouw van de nieuwe fortificaties zou de muur overbodig geworden zijn of een andere functie hebben gekregen. De muur is wel veel langer dan de gracht om de middeleeuwse stad gewoonlijk breed was ( ca 10-12 mtr.).
  • Optie 2: De muur hoort bij het Bokrondeel aan de Maas. We weten niet hoe het rondeel op de middeleeuwse vesting heeft aangesloten. De baksteenformaten zouden 16e eeuws kunnen zijn. Op basis van alleen de baksteen formaten een muur dateren is niet gebruikelijk, temeer omdat het om breukstenen en mogelijk hergebruik gaat. Mogelijk is de middeleeuwse beer verlengd om als achterwand van het rondeel te dienen aan de landkant, als overgangsfase naar de latere aarden omwalling. Dit zou de lengte van 48 mtr. verklaren.
  • Optie 3: De muur is een keermuur. Het gebied tussen stadsmuur en wallen moesten worden beschermd tegen tegen de druk van grote hoeveelheden grond. De dunne lijn langs de voet van de wallen, op de kaart van Merian, kan een muur geweest zijn. Voor extra stevigheid kan daar ook haaks op een muur hebben gestaan. Dan zou er aan de noordoost zijde van de muur grond zijn geweest, van het gebied rond het rondeel. Aan die zijde is echter slooppuin gevonden. Dat zou je juist aan de andere zijde verwachten, waar schone grond is aangetroffen.


De drie mogelijke interpretaties

Uit het zicht

Vanaf 1672 worden al delen van de vestingwerken afgebroken. We weten niet wanneer deze muur uit het zicht is verdwenen. Op de minuutkaart van 1811-1832 (onder) is hij niet meer te zien en staan er op die plaats een rij huizen (perceel 223, 222, 221) aan de (toen) Maasstraat, nu kolonel Wilsstraat. Onder die huizen moet nog wel wat terug te vinden zijn, bijv. in kelders. De huizen op de percelen 224 en 218 staan met de achtergevels waarschijnlijk op de middeleeuwse vestingmuur. Het rondeel is ook nog te zien. De strang is dan nog open en deel van de Maas. Het rondeel heeft nog een functie als waterkering. De twee rondelen aan de Maasdijk zijn pas in de 90er jaren van de vorige eeuw weer aangetroffen tijdens de werkzaamheden voor de dijkverzwaring. Er kan dus nog vanalles onder de grond aanwezig zijn dat een antwoord kan geven op vragen over opbouw, datering en functie van deze muur.

Minuutkaart 1811-1832

Voor meer informatie:

BAAC-rapport A-20.0121 (AWR code: MER-2017-2018