In 2019 tussen 8 en 16 april heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied
de Oijense Zij, gelegen aan de noordwest zijde van Oss. De aanleiding voor het onderzoek is
de bouw van woningen waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd
zullen worden. Het 10.4 ha. grote terrein aan de Oijense Zij ligt in een overgangsgebied
tussen enerzijds het Nederlandse rivierengebied in het noorden en noordwesten en het
pleistocene zandgebied in het zuiden en zuidoosten. Binnen dit overgangsgebied kan een
onderverdeling in vier landschappelijke zones worden gemaakt, namelijk een lager gelegen
geulzone, een geulrandzone, een overgangszone en een rivierduinzone. Het oostelijke deel
ter hoogte van de rivierduinzone en de naastgelegen overgangszone zijn tijdens de
ruilverkaveling (machinaal) afgetopt. Het westelijke en centrale deel zijn juist circa
5 tot 30 cm opgehoogd om de zeer drassige omstandigheden ter hoogte van een meandervormige
geullaagte met een breedte van circa 80 meter en omringende geulrandzone enigszins te
verminderen.
Er zijn 54 proefsleuven met een breedte van 3 meter aangelegd. In totaal is er 8675m2
opgegraven.
De in het plangebied aangetroffen sporen bestaan uit enkele paalsporen, een kuil en
diverse greppels die grotendeels in de 19e en 20e eeuw gedateerd kunnen worden. Van
twee paalsporen en een kuil is het onduidelijk of ze door mensen gemaakt zijn. Deze
sporen hebben een zeer uitgeloogde vulling met een onregelmatige grens. Het in het
plangebied verzamelde vondstmateriaal is te gering om dit aan een vindplaats te kunnen
relateren. De drie vondsten komen uit slechts twee werkputten. Indien archeologische
(nederzettings)resten aanwezig waren geweest dan zouden deze zich op basis van de
landschappelijke situering alleen in het (noord)oostelijke deel van het plangebied
hebben bevonden. De aftopping van het maaiveld heeft er toe geleid dat eventueel
aanwezige archeologische resten verdwenen zullen zijn. Op basis van omringende
archeologische onderzoeken en een verwachting op het aantreffen van archeologische
resten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd is op de enorme vlakte van
10.4 ha. heel weinig archeologie aangetroffen. Dat zal te maken hebben met de drassige
omstandigheden.