Ravenstein is gezegend met twee 17e eeuwse hoornwerken, parallel aan de Maas. Een in het noordwesten, waar de spoorlijn doorheen is aangelegd en een grenzend aan het het zuidoosten van de vesting. Ondanks het feit dat er van het terrein gebruik werd gemaakt voor aktiviteiten, voetbalveld, camping van de NCC, een paar gebouwen, is het Bovenste Hoornwerk nog vrijwel ongeschonden. Daar gaat waarschijnlijk verandering in komen. De gemeente Oss wil hier het nieuwe gemeenschapshuis Vidi Reo bouwen.
Onderzoeken
Voorafgaand aan de uitvoering van de plannen voor het gemeenschapshuis op het Bovenste Hoornwerk moeten er allerlei onderzoeken worden gedaan, o.a. een bureauonderzoek. Wat is er allemaal al onderzocht, gearchiveerd en gepubliceerd over het terrein.
Daarnaast is er een asbestsanering, een explosievenonderzoek met archeologische begeleiding en een booronderzoek geweest. Ook is het terrein nagelopen met de metaaldetector. Dit heeft vooral een collectie tentharingen opgeleverd. Tenslotte moest er archeologisch onderzoek worden uitgevoerd d.m.v. proefsleuven. Het terrein heeft een hoge archeologische verwachting op de archeologische beleidskaart van de gemeente Oss.
Proefsleuf
Op basis van de vooronderzoeken is besloten tot het trekken van een lange sleuf van 4 bij 75 mtr. in noord-zuid richting (afbeelding 1) door opgravingsbedrijf BAAC in september 2021.
In het noordelijk deel van de sleuf is de rand van de stadsgracht aangetroffen (spoor 1001). Op een militaire luchtfoto van 1920-1930 kunnen we zien dat de gracht, zij het sterk verland, toen nog watervoerend was (Afbeelding 3).
Muurwerk
Er zijn twee muurwerkresten gevonden, die beide een zuidwest-noordoostelijke oriƫntatie hebben. Spoor 1010 bestaat uit drie losse mergelblokken (Afbeelding 4, bovenaan). Deze resten van muurwerk zijn erg fragmentarisch: een blok is verstoord door een drain en alle blokken zijn deels afgebrokkeld. Ze hebben een breedte van 35 tot 38 cm, dikte van 10 tot 29 cm en het enige volledige blok is circa 60 cm lang. De blokken liggen direct op de natuurlijke ondergrond wat doet vermoeden dat dit de fundering is van een muur.
Het andere muurwerk (S1008) bestaat uit een poer met een halfsteensmuur die beide deels zijn weggebroken. De uitbraaksleuf van de muur (S1006-S1007) loopt in het verlengde van de muur verder (Afbeelding 3). Ze zijn opgebouwd uit rode baksteen en de aanwezigheid van veel breukstenen wijst op hergebruikte bakstenen. De muur en poer hebben beide een puinfundering. De functie van zowel de mergelblokken als het bakstenen muurwerk is niet duidelijk. Het is opvallend dat de bakstenen muur een stuk dieper ligt dan de muur van mergelbrokken. Mogelijk is het een keldermuurtje. Een datering was niet mogelijk. Normaal gesproken is het binnenterrein van een hoornwerk leeg, wat een oudere datering waarschijnlijk maakt, dus voor de aanleg van het hoornwerk.
De kuilen (sp 1003-1004-1005) zijn afval en/of puinkuilen In de zuidelijke helft van de proefsleuf zijn in het geheel geen archeologische sporen en vondsten aangetroffen De hoornwerken zijn een onderdeel van de rond 1620 aangelegde vestingwerken rond Ravenstein volgens Oudhollands stelsel. Het Bovenste Hoornwerk werd met een wal of beer verbonden met een halfbastion, wat weer met het rondeel was verbonden door een holle beer met een monnik, deze is aangetroffen onder Maasdijk 36. Het hoornwerk diende ooit ter verdediging van de stad als kogelvanger en geschutsplek. In rustige tijden was het waarschijnlijk een gebied voor (tijdelijke) groene functies zoals bleek, weiland, moestuin. Het was altijd een onbebouwde plek en dat zou het eigenlijk zoveel mogelijk moeten blijven. Ons cultureel erfgoed moet gekoesterd worden. Kortom het hoornwerk is het verdedigen waard.
Meer lezen:
Ravenstein De Bleek Drie onderzoeken op het 'bovenste hoornwerk'